Omgaan met vrijheidsbeperking

OP WEG NAAR EEN VRIJHEIDSBEVORDEREND KLIMAAT IN HET WZC

Voorafgaand

Fysieke Vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM), zoals toegepast in WZC:
elke handelingsmethode, materiaal of uitrusting aan of in de buurt van het lichaam van de BW die deze niet gemakkelijk kan verwijderen en die de bewegingsvrijheid van of de normale toegang tot het lichaam beperkt; ter bescherming van de persoon of om een (medische) behandeling mogelijk te maken.

Naast fysieke VBM wordt ook het gebruik van medicatie, met name psychofarmaca in sommige gevallen als “Chemische VBM” of “Medicamenteuze VBM” beschouwd, m.n. wanneer deze medicatie (louter) wordt ingezet om het gedrag van een bewoner te controleren of te beheersen.
In onze visie beschouwen we deze “chemische VBM” ook als een inperking van de vrijheid van de bewoner.


In de woonzorgcentra aangesloten bij zorgGroep antwerpen bieden we een vrijheidsbevorderende omgeving aan voor elke bewoner. Elke bewoner kan genieten van de grootst mogelijke vrijheid. Wonen en leven richten we op maat van elke bewoner in om de zelfredzaamheid, de eigen regie en autonomie en het vrijheidsgevoel van elke bewoner te maximaliseren. 

Uitzonderlijk dringt het beperken van de bewonersvrijheid zich op. Wanneer de vraag naar inzetten van VBM verschijnt, is de trialoog (het gesprek én overleg tussen de bewoner, zijn (betekenisvolle) naaste(n) en de professionals) van cruciaal belang. Hierin zoeken we samen naar de meest menselijke (vaak: minst ingrijpende) manier om hiermee om te gaan. Persoonlijke wensen en voorkeuren enerzijds en professionele inzichten en expertise anderzijds gaan daarbij hand in hand. Bij voorkeur beslist de bewoner, in zover die beslis- en handelingsbekwaam is, zelf/mee over de te nemen maatregelen en risico’s. 

Het beperken van de persoonlijke vrijheid van de bewoner, op welke manier ook, zal steeds een uitzonderingsmaatregel zijn, ingezet wanneer alle alternatieve middelen zijn uitgeput. Het is het “middel van de laatste keuze”, dat wordt toegepast wanneer er een onmiddellijk veiligheidsrisico bestaat voor de bewoner zélf, voor derden of voor zorgverleners. Ook wanneer VBM worden ingezet, doen we dit in het grootst mogelijke respect voor de waardigheid en autonomie van de bewoner en blijft het onze kernopdracht het welzijn van de bewoner op lichamelijk, psychisch, sociaal en zingevingsniveau zo veel als mogelijk te bevorderen. We dragen er zorg voor dat het leven van de bewoner wiens vrijheid beperkt wordt, zo menswaardig en kwaliteitsvol mogelijk is. Als professionele zorgverleners zorgen we voor een rustige en aangename omgeving en voor blijvende warme aandacht.

Omwille van de risico’s die met het inzetten van vrijheidsbeperkende maatregelen gepaard gaan, hanteren we zorgvuldigheidscriteria, minstens rond opstarten en stoppen van de maatregelen, rond kundig gebruik van de maatregelen en rond selectief inzetten van de maatregelen. In het woonzorgleefplan zijn de gemaakte afspraken rond het gebruik van VBM duidelijk weer te vinden. Deze zorgvuldigheidscriteria worden in élke situatie waarin mogelijke vrijheidsbeperking wordt overwogen, door alle medewerkers gehanteerd. Ze zijn in overeenstemming met de wettelijke bepalingen hierover, maar gaan verder dan dat. We willen immers maximaal de persoonlijke vrijheid van elke bewoner bevorderen.

Het al dan niet gebruiken van VBM stelt ons vaak voor ethische dilemma’s. In dat geval voorzien we in ethisch beraad dat medewerkers effectief ondersteunt en stimuleert  om in de concrete situatie samen met de bewoner en de naasten de beste weg (vaak de weg van het minste kwaad) te kiezen en uit te stippelen. We hebben daarenboven een ethische beleid op organisatie-niveau, waar een ruimer kader wordt gecreëerd (in betrokkenheid van belanghebbenden) voor ethisch handelen in al zijn aspecten. 

Gerelateerde visie items